Marichihouding A Marichihouding A

Marichihouding A

Marichyasana A

De Sanskriet naam Marichyasana is afgeleid van de woorden Marichi (lichtstraal) en Asana (houding). De houding is vernoemd naar Hindoegod Marichi, de zoon van Brahma. Er wordt gezegd dat Marichi de kracht van de zon en de maan bezat. Ook zou hij de geheimen van het universum hebben kunnen doorgronden. Met deze zittende vooroverbuiging proberen we een sprankje van zijn allesomvattende kennis te proeven.

Het effect van Marichyasana A

Marichyasana A is de eerste in een reeks van vier zittende houdingen die terug te vinden zijn in de Ashtanga Primary Series. Elke houding bouwt voort op de volgende, dus het is raadzaam om met deze variant te beginnen. Je zult de houding vooral tegen komen in een Ashtanga of Vinyasa yogales.

In deze vooroverbuiging probeer je om met je handen achter je rug, en langs je gebogen been, een bind te maken. De houding geeft een diepe rek in de hamstring en heupen, maar opent tegelijkertijd ook het borstgebied en de schouders. Marichyasana A brengt rust in je hoofd, verlengt je ruggengraat en geeft een gezonde druk aan de interne organen.

Zo kom je in Marichyasana A

  • Start in Dandasana, de Stafhouding
  • Buig je linkerknie en plaats je voet op de vloer dichtbij je zitbeen. Let er op dat je voet in lijn is met je zitbeen en niet te ver naar binnen of buiten staat
  • Houd je rechterbeen aangespannen en roteer het been een beetje naar binnen, zodat je dijbeen goed in de vloer drukt. Flex de voet van je rechterbeen en duw je hiel richting de grond
  • Maak je rug lang en zorg er voor dat beide zitbotten contact houden met de mat
  • Op een inademing breng je je linkerarm omhoog. Adem uit en rijk je vingertoppen en bovenlichaam zo ver als je kunt naar voren
  • Plaats je linkerschouder naast je linkerknie. Draai je linkerhandpalm naar buiten, buig je elleboog en draai je arm om je linkerbeen heen
  • Breng je linkerhand naar je onderrug en probeer met je rechterhand je andere hand vast te pakken
  • Adem diep in en uit (gebruik de Ujjayi ademhaling). Met elke inademing verleng je je rug en bij elke uitademing stuur je je borst naar voren
  • Houd je rug lang en duw je schouders actief weg van je oren
  • Blijf vijf ademhalingen in de houding (of zolang het goed voelt)
  • Wissel van kant

Oppassen en aanpassen

Om dieper in deze houding te komen kan het (vooral in het begin) helpen om hoger te komen zitten op een bolster of een dubbel gevouwen deken. Wanneer het lastig is om je handen achter je rug aan te raken, kun je een handdoekje of yogariem gebruiken. Je plaats dit dan tussen beide handen en op die manier creëer je een bind.

Delen via:

Schrijf je nu in voor de yoga nieuwsbrief