Van Afghanistan naar Tenerife: oorlogsverslaggever Bette Dam zoekt vrede tijdens een yogaweek. Al jaren poogt zij de situatie in Afghanistan van een andere kant te belichten.
Van 2009 tot 2014 woonde ik in Afghanistan. Het land zag er totaal anders uit dan nu. Ik had een huis zonder bewaking. Ik picknickte met Afghanen en andere expats in de groene valleien ten noorden van Kabul. En ik reisde in een gewone personenauto, zonder beveiliging. Ik zag geen taliban of Al Qaida in de buitenwijken, ik zag geen haat jegens het Westen. Ik zag geen volle Koranscholen met jochies die ons allemaal wilden opblazen met zelfmoordvesten. Integendeel: ik voelde me juist veilig tussen de gewone Afghanen, die me aan de hand namen en overal mee naartoe namen – ongeacht waarvan ik verslag wilde doen. Bij hen voelde ik me veiliger dan tussen de westerse militairen, die ik tijdens een trip in 2006 had ontmoet. Zij verschansten zich achter hun zwaarbewaakte bases en begaven zich alleen met tanks en geladen wapens onder de Afghanen.
Als journalist koos ik bewust voor een andere weg dan veel van mijn buitenlandse collega-journalisten in Kabul. Het merendeel van het internationale journaille ging embedded mee met deze militairen en versloeg kritiekloos de gevechten waar de troepen zich in manoeuvreerden. Hierdoor kwam Afghanistan inderdaad op de buitenwereld over als een oorlogsgebied, een terreurland. Het denken in ‘vijanden en vechten’ veroorzaakte voor mijn gevoel juist alleen maar meer oorlog; in stand gehouden door het Westen.
Tegen de stroom in
Ik wilde het graag anders doen. Tegen de stroom in zwemmen. Ik wilde me niet steeds omringen met militairen en mitrailleurs, zoals mijn westerse collega’s.
Overal waar ik kwam vertellen over de situatie, of het nu tijdens een lezing op Lowlands was of op tv, benadrukte ik hoe deze oorlog onnodig aan de gang werd gehouden. Hoe onze jongens stierven voor een onnodig doel. Er waren niet veel mensen die me bijvielen en het was soms lastig om voortdurend tegen het heersende beeld in te gaan. En had het eigenlijk zin, mijn voortdurende ‘gevecht’ tegen de heersende opvattingen over Afghanistan en de oorlog? Het beeld van Afghanistan als een van de engste plekken op aarde is in westerse ogen nog onveranderd.
In Kabul ontdekte ik voor het eerst hoe yoga me rust gaf. Tijdens de wekelijkse klasjes, georganiseerd door expats, leek de oorlog even ver weg. Ik hoefde niet te debatteren, uitleg te geven, te strijden. Ik kon uit mijn werkrol stappen en gewoon genieten. Al snel vloog ik vanuit Kabul naar India voor een yogasessie aan de Arabische Zee.
Tijdens yoga hoef ik niet te debatteren, te strijden
Verlangen naar rust
En nu ga ik op yogareis naar Tenerife. Van de docenten Afke Reijenga en Micha van der Klis, van de Yoga Tempel in Haarlem. Na nog een bezoek aan Afghanistan en een interview voor Nieuwsuur – waar ik voor de zoveelste keer uitleg dat Afghanistan écht anders in elkaar zit dan we denken, vertrek ik.
Yogadocente Afke Reijenga is een vriendin van me, zo iemand die aan een half woord genoeg heeft. Omdat haar ex-vriend veel in Afghanistan kwam als onderzoeker, is zij bekend met het land en het thema. Daardoor is mijn baan voor haar gewoon. Zij zal in elk geval niet die geijkte vragen gaan stellen die ik soms dagelijks hoor.
Eenmaal in de bus van het drukke vliegveld naar onze retreat, merk ik hoezeer ik naar rust verlang. Ik stoor me zelfs aan het geklets van andere yogi’s over hun leventjes in Haarlem, hun kinderen en hun wintersportvakanties. Het voelt oppervlakkig; ik zit nog volop met mijn hoofd bij mijn werk, bij Afghanistan. Zit ik wel bij de juiste groep mensen, vraag ik me af.
Aangekomen bij het resort op het verlaten westelijke puntje van Tenerife, weet ik dat het goed komt zodra ik een vriendelijk terracottarood huis zie met oranje dakpannen. De eigenaars, Marcello en Monique, heten ons welkom met avocadothee gemaakt van blaadjes van hun eigen avocadobomen. En we krijgen een paprikasoepje met fijne couscous, geroosterde amandelen en een garnituur van eetbare bloemetjes.
Een eerste blik door de ramen van het resort beneemt me de adem. Ik kijk uit op een diepe groene vallei met aan het eind een kalme turkooisblauwe Atlantische Oceaan. ‘Bij dit uitzicht gaan we onze ochtendmeditatie doen,’ zegt Afke.
Ik vind het fijn dat het resort niet zo’n karakterloze witte spa is, waar alles piekfijn in orde is, maar dat het gebouw een spannende geschiedenis blijkt te hebben. De vader van Marcello – een Italiaanse migrant – zei in de jaren zeventig Holland gedag omdat hij droomde dat hij zijn leven moest voortzetten bij een waterbron. Hij vond die bron in het kleine bergdorpje waar ik nu ben. Om hier te kunnen blijven, verbouwde hij de geitenstal tot een klein restaurant, om zo zijn geld te verdienen. Hij ervoer deze plek toen al als een speciale plek. ‘Het is met liefde gebouwd, en dit huis wil graag voor iedereen een helende plek zijn,’ zegt zoon Marcello.
Ik wilde het per se anders doen. Tegen de stroom in zwemmen
Boek bij het zwembad
Marcello besloot vorig jaar het avontuur van zijn vader over te nemen. Samen met zijn vrouw en dochter verliet hij hun fijne herenhuis in Haarlem en veranderde het restaurant in een ruim opgezet resort waar de eetstoelen witte loungebanken werden en de terrassen shala’s in pastelkleuren met afbeeldingen van Ganesha. Een gedeelte van het geld dat zij met de yogaretreats verdienen gaat naar een mooi doel, waar zij om een heel persoonlijke reden voor kozen. Terwijl Monique herstelde van borstkanker, putte zij veel kracht uit yoga. Nu trakteren zij andere vrouwen met borstkanker op een gratis yogavakantie op hun resort.
Bij de eerste meditatie in de vroege ochtend vraagt Afke ons om ’s ochtends tot een uur of twaalf niets te zeggen en zo de dag in stilte te beginnen. Ik kijk haar glimlachend aan. Dat is precies wat ik nodig heb. Even geen geluid, geen gesprekken, maar gewoon rust. Zo mediteren we iedere dag dertig minuten in stilte en daarna volgt een anderhalf uur durende Vinyasa yoga-sessie op het zonnedek, waar Afke ons begeleidt bij de zonnegroeten. Terwijl ik de oefeningen doe, kijk ik uit op de bergen rondom ons. In de stilte horen we alleen de vogels. Ook het ontbijt eten we in stilte, terwijl we genieten van het uitzicht, of een boek lezen. ’s Middags lees ik verder in mijn boek bij het zwembad en geniet ik van de 28 graden warme zon op mijn huid. In de late namiddagen, als het wat koeler wordt, verzamelen we weer op het zonnedek voor een Yin yoga-sessie. Met dit rustige ritme van de dag voel ik alle stress uit me wegvloeien.
Veganistisch menu
Ook het veganistische eten doet me goed. Als je veel reist, snaai je onderweg vaak nootjes, of eet je toch die zak dropjes maar op. Hier voel ik me direct gedetoxt. Het is heerlijk om niet zelf te koken en elke dag getrakteerd te worden op lekkere en gezonde gerechten. De maaltijden staan op tijd klaar op de lange tafel die onder een dak van fruitbomen staat, waar het zonlicht subtiel doorheen valt. De ene keer krijgen we een smaakvolle pompoensoep, de andere keer pasta van verse courgette. En Marcello weet zelfs een fantastische saffraangele veganistische paella te maken, waardoor we ons weer even realiseren dat we in Spanje zijn.
Vechten tegen de bierkaai
Op een middag zit ik tegenover een fotografe te lunchen die onze yogareis vastlegt. Ze kijkt ineens op en zegt: ‘Ik herken je van een fotoshoot!’ Alle yogi’s naast ons kijken om naar die tot nog toe zo stille vrouw. ‘Jij werkt in Afghanistan!’, zegt ze. Ik knik. En ik zet me schrap, want mijn medeyogi’s beginnen meteen allerlei vragen te stellen over het land. Ik antwoord dat het daar anders is dan ze denken. En, ja hoor, voor ik het weet, schiet ik weer in mijn werkhouding. Ik voel me nu eenmaal verantwoordelijk om het conflict goed uit te leggen. Maar ik weet dat dat veel werk is. En werken, daar heb ik nou juist even geen zin in. Ik heb tenslotte vakantie! Ik leg de situatie uit, maar ik houd het kort. En dat scheelt energie, merk ik meteen.
Laat de tranen maar stromen
Op een van de laatste dagen neemt Afke mijn laatste beetje stress weg met een tripje naar de imposante vulkaan El Teide in het midden van Tenerife. De hete rode lava die hier ooit vloeide, is nu versteend in een oneindig grijs plateau. Op dat plateau nemen we plaats. We zitten in de ijle lucht in een wijde kring op onze yogikussentjes. Na een meditatie van mededocent Micha zet Afke upbeatmuziek op van Free Tibet, en vraagt ons op te staan, al springend snel in en uit te ademen en tegelijkertijd met onze armen op en neer door de lucht te zwaaien. Het voelt wat ongemakkelijk, maar nadat het liedje is afgelopen, mogen we weer op ons kussentje op het grijze steen gaan zitten.
Daarna zet ze de diepe stem van de Noor Jon Henrik Fjällgren op die mij in een voor mij onbekende taal diep ontroert. Met subtiele orkestpartijen die over de vlakte van de vulkaan klinken, moet je wel van steen zijn wil deze muziek je koud laten. Terwijl ik daar zit, met mijn benen in een driehoek, mijn handen in mijn schoot, en diep in- en uitademend, voel ik de tranen voorzichtig komen. Even heb ik de neiging om ze weg te vegen, maar Afke is me voor en haalt lief haar hand over mijn wang en fluistert dat het oké is.
Terwijl ik op de vlakte van de vulkaan zit, voel ik de tranen komen
Bommen en granaten
Ik ben niet emotioneel doordat ik werkte tussen de bommen en granaten, maar heb last van het feit dat ik mijn relatie met een Italiaanse man na twee jaar heb beëindigd. Van vragen over wat ik in Nederland ga doen, nu ik weg ben uit Kabul. Vragen over de toekomst overvallen me: mannen, carrièrewensen, gezin, de sociale druk.
Ik denk na over de keuzes die ik heb gemaakt en hoe die mij veranderd hebben. Ik heb me losgeweekt uit het ‘gewone’ leven en heb inspiratie en een rijkdom aan ervaringen gevonden in Afghanistan; een wereld die complex en uitdagend is. Ben ik wel geschikt voor een ‘standaard leven’ met man, kind en hond?
Verbinding
Die avond spreek ik erover met Afke en fotografe Chantal. Zij begrijpen mijn zoektocht, mijn dilemma’s. Afke leeft net als ik een onconventioneel leven. Ook de avontuurlijke Chantal herkent veel van mijn vragen. Ik geniet van dit gesprek. Dit zijn vrouwen net als ik, die vaker in het vliegtuig zitten dan in een Amsterdamse tram. Hoe langer we praten, hoe meer we ons verbonden voelen. ‘Wij zijn net de Drie Musketiers!’ zeggen we die nacht zusterlijk tegen elkaar.
Ik eindig mijn yogavakantie met een bijzondere nacht, die ik doorbreng in de buitenlucht. Gastheer Marcello wijst me op een ligplaats tussen de avocadobomen die zijn vader tientallen jaren geleden heeft gemaakt. Het uitzicht over de vallei is hier nog adembenemender. ’s Avonds, als de sterrenhemel helder wordt, wil ik hier niet weg. Ik trek samen met yogi’s Dora en Matthijs een paar zonnematrasjes die bij het zwembad liggen de berg op. We gaan liggen en terwijl we naar die eindeloze diepte van de sterrenhemel staren, vallen we in slaap. Een prachtiger eind van zeven dagen yoga kan ik me niet wensen.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Happy Soul Travel.
Beeld Chantal Ariëns
0 reacties
Geef je reactie